Visie

We zien het kinderdagverblijf als één van de ‘opvoedingssferen’ waarin kinderen groot worden. Thuis, op het kinderdagverblijf en op school worden ze uiteindelijk wie ze zijn.

Een kinderdagverblijf heeft veel te bieden voor kinderen en ouders. Voor de leeftijdsgroep van 0 tot 4 jaar is goede kinderopvang, naast de opvoeding door ouders thuis, de beste leeromgeving. Als een kind naar het kinderdagverblijf gaat, stapt het in een eigen wereld. Het kind komt al vroeg in aanraking met normen en waarden van andere kinderen en volwassenen. Dit geeft kinderen een brede, verrijkte opvoeding.

We zien kinderopvang enerzijds als een belangrijke bijdrage in de persoonsvorming van het kind in de eerste, belangrijkste jaren van zijn leven. Anderzijds levert het een essentiële bijdrage in de voorschoolse periode als voorbereiding op de basisschool.

Kinderdagverblijf ’t Zaans Stationnetje biedt ouders de mogelijkheid de opvoeding van hun kind te delen. Als ouder kun je je pas met een gerust hart op andere activiteiten richten als je het volste vertrouwen hebt in de goede opvang van je kind.

Als kinderdagverblijf hebben we een opvoedingsverantwoordelijkheid aanvullend op de opvoeding in het gezin. Dit vraagt om een duidelijke visie ten aanzien van kinderen en opvoeden. We zien het als onze taak als professionals verantwoord te handelen en zorg en begeleiding te bieden van hoge kwaliteit. We willen kinderen iets extra’s bieden in hun totale ontwikkeling als ze bij ons zijn. We zien de pedagogisch medewerkers niet alleen als begeleider van het kind maar zien ook de meerwaarde van onderlinge interacties tussen kinderen. Kinderen leren veel van elkaar, door imitatie, door feedback die ze elkaar geven, door elkaar te helpen, door conflicten, door samen dingen te doen en nog veel meer.

Om te zorgen dat het kind de mogelijkheid krijgt om zich optimaal te ontwikkelen gaan we uit van een aantal basisdoelen. Naast deze basisdoelen ligt bij kinderopvang ’t Zaans Stationnetje het accent op: een respectvolle, positieve en bewuste omgang met het kind. Kinderen opvangen in een uitnodigende omgeving waar ruimte is voor ontdekken en ervaren en waar kinderen hun zelfstandigheid verwerven. Humor en samen plezier maken, zijn eveneens essentieel bij het werken met kinderen.

Kinderdagverblijf ’t Zaans Stationnetje laat zich wat betreft haar visie ten aanzien van de ontwikkeling en opvoeding van kinderen, inspireren door de pedagogiek van Reggio Emilia en Emmi Pikler.

Visie op kinderen en opvoeden; Reggio Emilia

Reggio Emilia is een welvarend stadje in het noorden van Italië. Het heeft een linkse, socialistische geschiedenis en het gemeenschap denken is er sterk ontwikkeld. De streek is beroemd om zijn vernieuwende bewegingen, bijvoorbeeld in de psychiatrie (de Antipsychiatrie) en de architectuur.

Het eerste kindercentrum in Reggio Emilia werd door ouders opgericht, gebouwd en gefinancierd. Deze ouders wilden hun jonge kind een goede en positieve start in het leven geven na de ellende van de tweede wereld oorlog.

De opbouw van de maatschappij moest beginnen bij de kinderen. Het moest een kindercentrum worden die de kinderen zou leren om zelf kritisch na te denken. De oorlog had immers laten zien wat er gebeurt als je kinderen enkel en alleen opvoedt om te gehoorzamen.

In dezelfde tijd werkte pedagoog, filosoof en politicus Loris Malaguzzi, met kinderen die door de oorlog getraumatiseerd waren. Zijn therapie bestond niet zozeer uit het praten met de individuele kinderen, maar veel meer uit de kinderen de gelegenheid geven om met elkaar dingen te maken, te doen, zich te uiten. De samenwerking die er in deze tijd ontstond tussen de ouders en Loris Malaguzzi vormde het begin van wat nu wereldwijd bekend is als de Reggio benadering.

Competente kind

In Reggio Emilia is een pedagogiek ontwikkeld waarin een krachtig en competent kind beeld centraal staat. In deze pedagogiek ligt de nadruk op wat kinderen kunnen en zijn en niet op wat ze nog niet kunnen en zijn. Men vertrouwt erop dat kinderen alles in huis hebben om zichzelf en de wereld te leren kennen. Dit betekent niet dat een kind alles al kan, maar dat het alles al in huis heeft om zichzelf en de wereld te leren kennen. Dit staat lijnrecht tegenover het beeld van een zwak en afhankelijk kind. Dat wij als volwassenen alles voor het kind moeten beslissen.

Het kind is nieuwsgierig, wil graag leren en zich ontwikkelen. Een kind wil niet onderwezen worden, maar uitgedaagd worden tot leren.

Dit uitgangspunt geeft ons de opdracht om ervoor te zorgen dat elk kind competent kan zijn, kan ervaren wat hij zelf kan en wil. We moeten er voor zorgen dat kinderen waar mogelijk zelf kunnen eten, zichzelf aan kunnen kleden, zelf naar buiten kunnen gaan, zelf speelgoed en andere materialen kunnen pakken. Zelf kiezen waar je wilt spelen…

Respect; Kijken en luisteren naar de kinderen

Om vanuit het kind te kunnen werken, moet je oog hebben voor de eigen, unieke wijze waarop het kind zich ontwikkelt en hem hierin respecteren. Als we uitgaan van een competent en krachtig kind, dan betekent dit een andere benadering van het kind. Wanneer het uitgangspunt is dat het kind zelf actief zijn ontwikkeling bepaalt, dan betekent het onderzoek doen naar zijn vragen, zijn ideeën; naar hem als uniek persoon.

Om te weten waar het kind behoefte aan heeft, wat hij van ons vraagt, zullen we heel goed naar het kind moeten kijken en luisteren. Het uitgangspunt hierbij is respect voor het kind. Dit betekent dat je een kind serieus moet nemen in alles wat het doet. Nagaat wat een kind wil zeggen met bepaald gedrag.

Wanneer je ontdekt hebt waar een kind mee bezig is, kun je hierop inspelen door materialen te verzamelen en activiteiten aan te bieden die aansluiten bij de leefwereld en interesse van het kind. Op deze wijze helpen wij het kind zich verder te ontwikkelen.

100 Talen

Een ander belangrijk uitgangspunt in de pedagogiek van Reggio Emilia is, dat elk kind ‘100 talen’ tot zijn beschikking heeft. Hiermee worden de vele uitdrukkingsmogelijkheden van het kind bedoeld.

Kinderen hebben van jongs af aan de mogelijkheden in huis om zich op heel veel verschillende manieren te uiten en te laten zien wie ze zijn.

De jongste kinderen kennen de volwassen taal nog niet, maar communiceren al wel. In Reggio zeggen ze: ‘Zij spreken een taal maar we volwassenen verstaan die niet’. Kinderen kunnen zich uiten door de taal van beweging, mimiek, van klei, van muziek, van bouwen. Alle talen zijn gelijkwaardig en even belangrijk. We moeten het kind leren verstaan. Door te kijken en te luisteren kunnen we het kind leren ‘verstaan’ en leren kennen en hem zo begeleiden in zijn ontwikkeling.

Naast het luisteren (en kijken) naar de 100 talen die het kind in huis heeft om te laten zien wie hij is en wat hij kan zien we het als een uitdaging om het kind met zoveel mogelijk talen in aanraking te laten komen. Dit houdt in dat we er naar streven het kind te omringen met 100 verschillende soorten creatieve materialen, 100 speelmaterialen,

100 schatten, 100 soorten muziek……

Uitgangspunten van Emmi Pikler als onderdeel van onze visie

Visie op kinderen en opvoeden; Emmi Pikler

Emmi Pikler werd in 1902 in Wenen geboren. Ze werd in het kinderziekenhuis van de Universiteit van Wenen opgeleid tot kinderarts door professor Von Pirquet en Kinderchirurg Salzer. Door hun invloed kwam Pikler tot inzichten over lichaam, beweging en preventie die bepalend waren voor haar latere werk. Preventie betekent voor Pikler vooral het creëren van een omgeving die een gezond leven en een gezonde ontwikkeling bevordert.

In 1935 kreeg Emmi Pikler een vergunning om zich als zelfstandig kinderarts in Hongarije te vestigen. Tien jaar lang werkte Pikler in haar eigen kinderarts praktijk. Wekelijks bezocht ze gezinnen om hen te ondersteunen en concrete aanwijzingen te geven. Ze leerde ouders vooral te vertrouwen op de aangeboren competentie van het kind en het eigen ritme van het kind te respecteren. Emmi Pikler zag dat deze kinderen over het algemeen vrolijke, nieuwsgierige

en coöperatieve kinderen werden. Gedurende die jaren hield ze al voordrachten over haar visie op de verzorging van baby’s en peuters.

Na de tweede wereldoorlog werd ze gevraagd de leiding op zich te nemen van een kindertehuis in Boedapest. Dit huis wordt Lóczy genoemd, naar de straat waarin het gevestigd was, en kreeg later de naam Emmi Pikler Instituut voor Methodologisch Onderzoek. Hier kon zij haar pedagogische ideeën verder uitwerken en onderzoeken. Pikler leidde zelf de verzorgsters op. Zij deed dat vanuit haar visie dat de baby al vanaf zijn geboorte kan communiceren en leren, en dat het de taak van de volwassene is om de voorwaarde te creëren dat het kind daadwerkelijk kan communiceren en leren zodat hij steeds zelfstandiger zal worden.

De twee belangrijkste uitgangspunten in de visie van Emmi Pikler zijn: respectvolle verzorging en vrije bewegingsruimte.

Respectvolle verzorging

Pikler ging ervan uit dat het verzorgen van een baby al opvoeden is. De verzorgingsmomenten tijdens het eten, het verschonen, het aan- en uitkleden biedt de mogelijkheid om regelmatig op een plezierige manier samen te zijn met het kind. Het is een belangrijke activiteit voor zowel leidster als kind. Door veel tijd, aandacht en energie aan dit één op- één-contact te besteden, bouwen leidster en kind een hechte band met elkaar op. Het is het moment om samen

te zijn en elkaar te leren kennen. Wanneer de volwassene de tijd neemt om zich aan het tempo van het kind aan te passen, krijgt het kind de kans zich in te stellen op de handelingen en mee te doen aan het samenspel. Daardoor ervaart het, zo jong als het is, dat het invloed kan uitoefenen op situaties waar het deel aan neemt.

Emmi Pikler hechtte veel waarde aan een zorgvuldige, aandachtige fysieke verzorging van het kleine kind. Dit geeft het kind een gevoel van geborgenheid. Het gevoel van veiligheid is een van de belangrijkste voorwaarden voor het kind om met plezier te kunnen bewegen en zelfstandig te spelen.

Alleen wanneer het kind deze innerlijke zekerheid voelt het gevoel van geliefd te zijn, heeft hij de interesse en de energie om zichzelf en zijn omgeving te onderzoeken.

Een vrije bewegingsontwikkeling is daarom altijd onlosmakelijk verbonden met een aandachtige, liefdevolle verzorging.

Vrije bewegingsruimte

Het onderzoek van Emmi Pikler toonde aan dat een baby niet alleen het actief samenzijn met zijn ouders/ verzorgers nodig heeft maar dat hij ook net zo veel tijd en ruimte nodigt heeft waarin hij zich vrij kan bewegen.

De uitkomsten laten zien hoe belangrijk en zinvol spontane activiteiten zijn. Welke functie ze vervullen en aan welke voorwaarden de omgeving moet voldoen om vrije activiteit voor de baby mogelijk te maken. Bovendien wordt duidelijk hoe de sensomotorische ontwikkeling van een baby samenhangt met wat hij dagelijks aan nieuwe indrukken opdoet en zich eigen maakt.

De conclusies van het onderzoek tonen onomstotelijk aan hoe groot het belang van vrijheid van beweging en activiteit is op de persoonlijkheidsvorming van de baby.

Emmi Pikler wist dat baby’s van ons afhankelijk zijn. Een tegelijkertijd zei ze : baby’s zijn niet alleen afhankelijk van ons. Ze komen op de wereld met veel mogelijkheden, de baby is volgens Pikler competent.

Emmi Pikler wees op het belang dat het kind de bewegingsontwikkeling in zijn eigen tempo door kan maken. Een ontwikkeling zonder hulp en inmenging van volwassenen. Niet alleen beweegt een kind zich dan harmonieus; het beïnvloedt ook de algehele ontwikkeling, met name zijn zelfbewustzijn en zijn zelfvertrouwen komen hierdoor tot stand.

Vier pedagogische basisdoelen

Sinds de nieuwe Wet op de Kinderopvang van toepassing is, is er een duidelijke omschrijving van wat verantwoorde kinderopvang is. In deze wet wordt goede kinderopvang gezien als opvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige omgeving. Om deze omschrijving duidelijk te kunnen onderbouwen zijn er vier opvoedingsdoelen beschreven. Deze zijn gebaseerd op de theorie van Marianne Riksen-Walraven. Deze hebben

een bepaalde volgorde, omdat er een ontwikkeling in zit; pas als een kind zich veilig voelt, zal het zijn omgeving gaan verkennen en zich verder ontwikkelen.

Zij heeft vier observeer bare termen vastgesteld waarop de kinderen en hun veiligheid gewaarborgd zijn. Deze luiden als volgt:

1] Het bieden van een veilige basis waar de kinderen zichzelf kunnen zijn;

2] Het bevorderen van persoonlijke competentie;

3] Het bevorderen van sociale competentie;

4] Het leren omgaan met waarden en normen uit de maatschappij

In het pedagogisch beleid van Kinderdagverblijf ’t Zaans stationnetje zijn al deze vier opvoedingsdoelen te herkennen.